Ik ben hoogleraar Rechtsfilosofie aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van Maastricht University. Daarnaast ben ik de voorzitter van de capgroep Grondslagen van het Recht en een van de wetenschappelijke directeuren van het Maastricht Research Centre for Law & Jurisprudence.
Onderzoeksinteresse
Mijn onderzoek draait om de vraag hoe constitutionele liberaal-democratieën moeten omgaan met gevallen waarbij grondrechten onderling botsen of conflicteren met andere centrale idealen binnen de constitutionele democratie: de rechtsstaat of democratie. Ik bestudeer grondrechten zowel als rechtsfilosofische concepten, maar ook als juridisch afdwingbare rechten zoals ze zijn geformaliseerd in constituties en mensenrechtenverdragen, in het bijzonder het EVRM.
Ik heb een aantal van dergelijke juridische geschillen en beleidsdilemma’s geanalyseerd:
- de rol van het EHRM bij het reguleren van de symbolische erkenning van godsdienst door verdragsstaten binnen de publieke ruimte;
- de (niet gerechtvaardigde?) ongelijke behandeling MSM mannen bij bloeddonatie
- de regulering van vaccinatie, zowel in een overzichtsartikel als in een monografie;
- de discussie over het kruisbeeld in klaslokalen van Italiaanse openbare scholen voor het Europese Hof;
- de rechtvaardiging van verplichte vaccinatie;
- de rol van mensenrechten in de regulering van transnationale klinische medicijntests;
- de rol van mensenrechten in het tegengaan van kinderarbeid;
- de gedeelde verantwoordelijkheidvan natiestaten;
- de gedeelde verantwoordelijkheid van natiestaten om fundamentele mensenrechten voor alle wereldburgers te beschermen.
Onderwijs
Bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van Maastricht University ben ik verantwoordelijk voor, of betrokken bij de volgende vakken:
- Legal Philosophy (Bachelor European Law School);
- Foundations of Global Law (Master Globalisation and Law);
- The Foundations of European Institutionalization (Master European Law School);
- Tussen publiek en privaat: een metajuridische analyse (Master Nederlands recht);
- Foundations of Law (Bachelor European Law School)
Publicaties en CV
- Academische publicaties
- Opinieartikelen en optredens in de media
- CV en supervisie promovendi
- Mijn straatfotografie
Inaugurele rede: Conventie-constitutionalisme
Op 1 december 2023 gaf ik mijn oratie als hoogleraar rechtsfilosofie in Maastricht. Deze rede vatmijn huidige onderzoekslijn mooi samen. De titel was Conventie Constitutionalisme. Over de noodzaak van rechterlijke toetsing door het Europees Hof voor het Europese democratisch bestuur (Den Haag: Eleven, 2024).
DOI: https://doi.org/10.26481/spe.20231201rp
Printed version: ISBN 978-90-4730-229-2
Open-access PDF file: ISBN 9789400114470
Abstract
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is veel bekritiseerd omdat het zich te veel zou bemoeien met nationale democratische besluitvormingsprocessen. Sommigen stellen dat de ongekozen activisten in toga in Straatsburg zich niet zouden moeten bemoeien met democratische beleidsbeslissingen die op nationaal niveau zijn genomen. Deze inaugurele lezing analyseert deze praktijk van op rechten gebaseerde rechterlijke toetsing door het Hof in Straatsburg.
Het eerste deel presenteert een algemene juridisch-filosofische achtergrond. Het legt uit dat republikeinen, die het belang van de democratische manier van zelfbestuur benadrukken, voorstander zijn van zwakke vormen van rechterlijke toetsing. Liberalen, die prioriteit geven aan de grondwettelijk beschermde grondrechten, zijn voorstander van sterke rechterlijke toetsing.
In het tweede deel wordt deze conceptuele gereedschapskist gebruikt om de rechterlijke toetsing zoals die door het Hof van Straatsburg sinds zijn oprichting in 1959 wordt uitgeoefend, te beschrijven en te analyseren. Moeten we het opvatten als sterk, zwak of als iets daartussenin? Ik concludeer dat dit het beste begrepen kan worden als een afgezwakte vorm van sterke rechterlijke toetsing.
Het derde deel biedt een normatieve bespreking van het Straatsburgse Hof in de context van het opkomende Europese constitutionele landschap. Het begint met de vaststelling dat het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens in de eerste plaats een samenwerking is van Partijstaten die overeenkomstige grondwettelijk-democratische projecten nastreven. Dit deel onderzoekt de rol van rechterlijke toetsing door het Europees Hof in de voortdurende dialoog met de Partijstaten bij het verstevigen van een ‘Conventie-constitutionalisme’ door de verdere versterking van een Europese consensus over de inhoud en betekenis van de Conventierechten. Deze horizontalisering van constitutionele autoriteit – de verschuiving van ‘constituties’ naar ‘grondwettigheid’ – verbreedt het gezag van constitutionele waarden en grondrechten, omdat ze niet langer slechts afhankelijk zijn van de bekrachtiging door een onafhankelijk volk, maar ook collectief worden bekrachtigd door gelijkgestemde volkeren in de gemeenschappelijke onderneming van het Conventiesysteem.
Kernpublicaties:
- (2023) “Convention Constitutionalism. On the Necessity of Judicial Review by the European Court for European Democratic Governance.” Inaugural lecture Maastricht University, 1 December 2023.
- (2022) “Is Symbolic Religious Establishment Permitted Within the European Convention? A Legal, Political, and Pragmatic Perspective.” Oxford Journal of Law and Religion, 11(1), pp. 122–144.
De regulering van vaccinatie
Tussen 2013 en 2021 draaide mijn onderzoek vooral rond de (juridische) regulering van vaccinatie tegen besmettelijke ziekten als mazelen, polio en kinkhoest. Aanvankelijk richtte mijn onderzoek zich vooral op kindervaccinatie. In deze discussies staan verschillende (conflicterende) grondrechten centraal: de vrijheid van godsdienst en geweten van niet-vaccinerende ouders, het recht op lichamelijke integriteit en het recht op gezondheid van niet-gevaccineerde kinderen – in het bijzonder art. 3 van het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind, waarin staat dat bij alle handelingen met betrekking tot kinderen, het belang van het kind een primaire overweging moet zijn voor overheidsinstanties. Andere relevante overwegingen zijn de verantwoordelijkheid van de staat om de volksgezondheid en kwetsbare burgers te beschermen. In de context van de COVID-19 uitbraak heb ik ook de vraag geanalyseerd of meer verplichte vaccinatieprogramma’s voor volwassenen moreel toegestaan zijn.
Kernpublicaties:
- (2024) Inducing Immunity: Justifying Immunization Policies in Times of Vaccine Hesitancy. Monograph, co-authored with Marcel Verweij, MIT Press, (Basic Bioethics series).
- (2020) “Vaccination Policies: Between Best and Basic Interests of the Child, Between Precaution and Proportionality.” Public Health Ethics, 13(2), pp. 201–214.
- (2018) “Mandatory Vaccination: an Unqualified Defence.” The Journal of Applied Philosophy, 35(2), pp. 381-398.
Inducing Immunity
In 2024 publiceerden Marcel Verweij en ik onze monografie Inducing Immunity: Justifying Immunization Policies in Times of Vaccine Hesitancy (MIT Press, Basic Bioethics series). Dit boek analyseert de voorwaarden waaronder een liberaal-democratische overheid vaccinatie tegen infectieziekten verplicht zou moeten stellen. We analyseren het geval van kinderziekten zoals mazelen, polio en kinkhoest, maar ook het geval van vaccinatie voor volwassenen in de COVID-19 context. Het boek is ook beschikbaar in open access (CC-BY-NC-ND).
Gezondheidsraad
Van 2017 tot 2022 was ik lid van de Gezondheidsraad, daarbinnen lid van de Vaste commissie Vaccinaties (2017–2022), de Tijdelijke Commissie Medische aspecten Covid-19 (2020–2021) en de Tijdelijke Commissie HPV (2017–2019).
Ongelijke behandeling MSM mannen bij bloeddonatie
Voor de Nederlandse bloedbank Sanquin voerde ik samen met Marcel Verweij een ethisch onderzoeksproject uit naar het wervingsbeleid van donoren. Tot 2021 golden voor mannen die sex hebben met mannen (MSM) strengere regels dan voor andere donoren. Sommigen zien dit als discriminerend en stigmatiserend. Hoe kan de veiligheid van donorbloed gegarandeerd worden zonder onnodig discriminerende donorwerving? Ons rapport heeft aan de grondslag gelegen van een meer inclusief donorselectiebeleid dat op 1 september 2021 in ingevoerd.
In mei 2022 is het donorselectiebeleid, in lijn met ons advies, verder versoepeld. Het academisch artikel waar dit allemaal op gebaseerd is, “Facing Difficult but Unavoidable Choices: Donor Blood Safety and Deferral of Men Who Have Sex with Men” is gepubliceerd in het tijdschrift Bioethics.
Last modified: 30 augustus 2024